dinsdag 31 januari 2012

en nu verder?

We zijn weer terug en het begint hier gelijk te vriezen en te sneeuwen. Is wel een overgang!
Het bloggen ligt nu even stil. Omstreeks 20 maart gaan we weer naar Frankrijk. Het plan is om ook van daaruit te bloggen. Dus tot dan.

vrijdag 27 januari 2012

Bali tot ziens (verzonden vanuit de vertrekhal)




Sita tussen de "apen"
 Uluwatu tempel
Morgen vliegen we terug. We zitten in een home stay, waar we tot vanmiddag de enige gasten waren. We kwamen hier voor de tempel Ulu Watu, die op een hoge rots in de oceaan ligt, voor een uitvoering van de Kecak-dans en om te snorkelen.
De tempel is extra heilig, omdat hier alle duivels in de zee gegooid zijn, waar ze tot opluchting van de Balinezen tot nu zijn gebleven. De Balinezen hebben (op de vissers na) niet veel op met de zee, wat raar is voor eilandbewoners.
de apen van de Kecak-dans
De Kecak-dans is heel anders dan de andere Balinee dansen, want geen begeleiding van de gamelan, maar uitsluitend van de a capella zingende dansers, die door klanken (‘cak cak’) en beweging een groepen apen uitbeelden en het verhaal van de “Ramayana” vertellen. Het verhaal is ingewikkeld, maar ‘ze’ krijgen elkaar aan het eind.
Eerlijk gezegd hebben we jaren geleden een veel mooiere en sterkere uitvoering gezien.
En van het snorkelen komt niks tercht, want de zee is veel te ruw en te vies. Dat was veel mooier in Tianyar en vooral Padang Bay.
Het is hier vooral een oord voor surfers uit alle delen van de (westerse) wereld.
brutale aap heeft een bril gepakt
tempel-apen bij zonsondergang
Dus zitten we  aan en over de rand van het zwembad. Dat is heerlijk rustig en zeker geen straf, maar is zeker geen Bali, maar een ‘gewoon’ tropisch vakantie-oord. En dat is ook heel erg lekker.
Morgen zeggen we “Bali, sampai jumpa”, maar eigenlijk hebben we het echte Bali al vaarwel gezegd. 


woensdag 25 januari 2012

Waterpaleizen



De koning van Buleleng, de vader van de prinses, (zie eerdere blogs) heeft een hotel gesticht aan de noordkust en het toerisme naar Lovina Beach ontwikkeld. Zijn collega in Karangasem lette meer op het “toerisme” in zijn  eigen familie. Voor de ontspanning bouwde hij waterpaleizen. Het oude waterpaleis, de royal pools, is een prachtig park met waterbassins vol met lotusbloemen en waterlelies. Er staan veel (waterspuwende) beelden. Vanuit het prachtig gelegen restaurant overzie je het hele park. Het geheel is eigendom van Anak Agung Gede Djelantik. Natuurlijk, een nazaat en dus een prins en ook weer familie van “onze prinses”. Hij kwam als goed restauranteigenaar even een praatje maken met de gasten.
blik op het restaurant
Nieuwer is het door de laatste koning gebouwde waterpaleis meer aan de kust. We waren er 25 jaar geleden geweest. Toen stond er alleen maar het restant van één toegangspoort, eigenlijk alleen wat pilaren. Het paleis bleek toen al verwoest door vulkaanuitbarsingen en aardbevingen van 1963. Inmiddels is het paleis gerestaureerd en in oude glorie hersteld. We hebben het oude gebouwtje gevonden en hebben er even nostalgisch verwijld.
bijna dezelfde foto als 25 jaar geleden
Ook in het koninkrijk van Klunkung hielden ze van pracht en praal in een park met lotusvijvers. De Kertha Gosa daar heeft alleen een andere functie: het was een gerechtsgebouw en het dateert van nog vóór de rituele massa-zelfmoord. Liever dood dan overgave aan de hollanders in 1847. De koning en zijn hele hofhouding benamen zich met de eigen krissen het leven.
De gebouwen zijn uniek omdat ze, anders dan in de rest van Bali, geen epische verhlen in basrelief hebben uitgebeeld, maar kleurige plafondschilderingen die behalve het dagelijks leven ook vooral veel beelden uit de hel laten zien en wat je daar allemaal kan overkomen. Dat er nog iemand zondigt in Bali mag dan ook een wonder heten. Er zijn ook schilderingen over het nirwana, maar die prikkelden de fantasie van de schilder minder zijn veel saaier dan die van de hel.
in de hel

dinsdag 24 januari 2012

crematie en corruptie op één dag



de crematie-gssten
Bij ons vertrek uit de bungalow in Jasi (bij Amlapura) zien we een grote stoet naar een veld langs de weg lopen. “een upacara bakar” zeggen 2 mannen die naast onze auto zaten. “van een orang dasar (een gewoon iemand)” voegen ze er aan toe. Wij gaan kijken en worden, als we aan de kant staan, vriendelijk, maar duidelijk uitgenodigd dichter bij te koemen. Queenie hoort van een vrouw dat het de crematie van haar moeder is, die 4 dagen geleden is overleden.
de overledene onder de witte doek,
haar foto erboven
Het ziet anders uit dan bij ons: niemand huilt. Geen enkel voor ons herkenbaar verdriet. De naaste familieleden staan rond de overledene, die al op de (vrij primitieve) crematie-installatie ligt. Ze kletsen met elkaar en praten door hun mobiele telefoons of spelen wat met hun kinderen. 
een weinig eerbiedig rommeltje
Er is een toespraak door een portable megafoon, een vrouwelijke priester zegent, sprenkelt en doet iets met de neergelegde offertjes. De foto van de overleden vrouw wordt er bij gezet. Dan draaien mannen de kraan van de propaangasflesssen open en steken de installatie aan met de branders aan de slangen. Als het geheel goed brand gaan de meesten al naar huis.
de toren van de draagbaar van een
dode van een hogere kaste
En dat is het dan.
Onderweg zien we, naast een paar tempelfeesten, nog een drietal crematies. Bij een ervan ging het om de cematie van minstens 5 doden. Kennelijk minder ‘gewone mensen’ dan die van vanochtend Jassi, want grote opgebouwde torens stonden er bij en de lichamen lagen in grote bouwsels, die de gedaante van een stier hebben.
de stierekop is nog net niet verbrand
Het is waarschijnlijk een gunstige dag voor crematies; misschien i.v.m. nieuwe maan, denken we.

Wat ook 4 keer gebeurt: we worden 4 x aangehouden door de politie (hiervan dus geen enkele foto!). De eerste keer is het rijbewijscontrole. De agent zoekt iets, want eerst zegt hij dat er geen foto instaat en, als hij die ziet, zegt hij dat het rijbewijs verlopen is. Queenie vertelt hem in bahasa Indonesia, dat de datum is van afgifte. Dan vraagt hij of we al gegeten hebben. “Ja”, zeggen we. En hij: “ik niet!”  als we dan lachend zeggen dat hij dan maar gauw moet gaan eten, komt zijn collega aan het andere raampje melden dat hij graag iets wil drinken! We doen net alsof de diepere zin van deze mededelingen ons ontgaat en alsof we het allemaal erg geestig vinden. Eind van het liedje: we mogen doorrijden. De tweede agent stuurt ons terug als we een eenrichtingsweg in gereden zijn. Hij legt ons uit hoe we terug moeten rijden. De derde betrapt Queenie op het niet om hebben van de veiligheidsgordel. Niets helpt: 500.000 rupia boete (50 Usdollar). De bon die hij uitschrijft, krijgen we niet, maar steekt hij in zijn zak. Joost mag weten wat daar mee gebeurt. Verderop houdt een vierde agent ons aan en beticht Queenie ook van het niet om hebben van de gordel, maar ziet dan dat ze hem wel aan heeft en laat ons gaan.
Zo krijgen we een kijkje in de alledaagse, kleine corruptie.

maandag 23 januari 2012

Vertrek uit Villa Pascale


 Na vier heerlijke dagen nemen we afscheid van Dirk en Pascale. Door hun gastvrijheid hebben we kennis gemaakt met een zeer luxe, zorgeloze manier van leven. Vanaf nu spreken we niet meer van ‘leven als God in Frankriijk’, maar van ‘leven als Dirk in Bali’.
Natuurlijk gaan ook wij nadenken over zo’n huis in Bali. Als wij onze woonboot verkopen, zou het zo maar kunnen.
Maar ja . . . .
De weemoed over dit paradijselijke stulpje blijft rijdt nog even met ons mee.
We rijden om de uiterst oostelijke punt van Bali. Kilometers en kilometers rijden we over de weg langs de kust met vrijwel uitsluitend accommodaties voor duikers. Daarna wordt de kustweg erg slecht en smal, maar schittrend mooi met enorme uitzichten over de vele baaien in de zee tusen Bali en Lombok.
waterpaleis
waterpaleis
Onderweg stoppen we bij een waterpaleis, waar we 25 jaar geleden ook waren. Toen stond er nog een restant van een ingangspoort, nu is er een uitgestrekt gerestaureerd waterpaleis van de laatste koning van Karangasem (familie van onze prinses). Prachtig.
We nemen ons intrek in een bungalow, die Dirk en Pascale hadden aangeraden en lopen tijdens de zonsondergangswandeling langs de zee tegen een wijkje aan met bungalows om een soort woonerf, waar uitsluitend nederlanders wonen. Twee bungalows zijn te koop: 100.000 euro; met zwembad. Liefhebbers? Voor ons is het na Villa Pascale totaal geen optie.

zondag 22 januari 2012

Op de weg


Vanuit het huis van Dirk en Pascale kan je in een dik uur naar de Batur rijden. De Batur is de op een na hoogste vulkaan van Bali. De hoogste is de Gunung Agung. De Batur is nog actief.    Het mooiste van de Batur is het grote kratermeer, dat je van de caldera kan bewonderen; een schitterend uitzicht.
Queenie en ik vertrokken ’s morgens vroeg, want in de regentijd wordt de kans op regen in de middag duidelijk groter.
De weg naar de vulkaan loopt steil omhoog en heeft duizenden scherpe bochten. Vroeg op de dag valt de drukte wel mee, maar dat wordt later op de dag wel anders.
Aan het rijgedrag van de Balinezen kan je zien dat het reïncarnatiegeloof er nog diep inzit: als je verongelukt, krijg je toch een nieuwe kans in het volgende leven. De regel is dat het verkeer de linker weghelft aanhoudt, maar je ziet duidelijk dat niemand dat van harte doet. Wat is er, in Balinese ogen,  toch mis met de eigen weghelft? Men rijdt bij voorkeur op de rechter weghelft of anders zo dicht mogelijke er bij. Met name in de bochten. En nog liever in scherpe, onoverzichtelijke bochten en als wij er als tegenligger getuige van mogen zijn. Als het even kan zit men graag met 3, 4 of meer mensen op een motorfiets, vaak zonder helm, en vooral kinderen.
Dirk zei dat Balinezen uitsluitend letten op hetgeen voor hen op de weg gebeurt. Iedereen die achter je zit, bekijkt het zelf maar. Dat levert voor ons doorlopend verrassingen op. Zoveel, dat wij er ook niet meer aan toe komen om in de achteruitkijkspiegel te kijken. Dus wordt je steeds verrast door motoren en brommers die plots naast je opduiken en/of razendsnel langs je flitsen. Ook door kinderen van (pakweg) 12 jaar, soms ook met jongere broertje en zusjes achter op.
Daar staat tegenover dat het meest voorkomende verkeersbord is: “hati hati ada upacara agama” = pas op,  tempelfeesten! (zie foto).
Toen we gisterenmiddag weer bij Dirk en Pascale terug keerden, waren we wel aan een biertje toe. Het Baturmeer lag er mooi bij, tussen de mistflarden en wolkbreukjes door.

zaterdag 21 januari 2012

De bruiloft



het bruidspaar onder de erepoort
Pascale en Dirk in feestkledij
Bij de ingang van het huis van de familie van de bruidegom staat het bruidpaar om iedereen te verwelkomen. De bruid is in de traditionele kleding gestoken, de bruidegom heeft zijn zondagse overhemd en sarong aan. Een traditionele dracht had ook gekund, maar daarvoor is blijkbaar niet gekozen.
Er zijn veel gasten, buren, familie, bekenden van het paar. Alle gasten brengen iets mee: schalen rijst of vruchten en geld (zoals wij). Alles wordt nauwkeurig geadministreerd.
Wij worden met nog een andere (Nederlandse!) buurman uitgenodigd om op een mat te gaan zitten en krijgen zoete cocos en andere koekjes. Intussen wordt de conversatie gaande gehouden door een engels sprekende neef, die de kost verdient met tatoes zetten.
een deel van de gasten krijgt al eten
De bruidegom komt langs om te laten weten dat hij vereerd is met onze komst. Intussen spelen 2 mannen rindik-muziek (een soort gamelanmuziek) en wordt door 2 priesters een soort beurtzang ten gehore gebracht. De achtergrond ervan blijft ons onbekend, maar we hoorden dit eerder al bij tempelceremonies.
Rindik-spelers
Daarna gaan we naar een andere plek (wel eerst je rechter hand wassen. Wij krijgen kip- en varkenssate, een grote schaal rijst met verschillende groenten. We worden geacht met de vingers van de rechterhand de groenten en rijst tot een klontje te maken en in je mond te stoppen, een handigheid die wij niet zo snel onder de knie konden krijgen. Veel geknoei dus.
Dirk, Pascale, het engelssprekende
neefje en Queenie aan het eten
Intussen waren we moe en warm, want het zit niet echt comfortabel op zo’n mat. Het was echter duidelijk dat we niet weg konden voordat we hadden gegeten.
Sommige gasten gingen al weg en wij begrepen dat we ook konden gaan, maar niet dan nadat we een zakje met een maaltje met o.a. sate hadden gekregen om mee te nemen naar huis. We bedankten het bruidspaar en de vader van de bruidegom en liepen langs het strand terug naar het huis van Dirk en Pascale. De andere ceremonies rond de bruiloft duren nog twee dagen.

vrijdag 20 januari 2012

Inburgeren in Bali?



Pascale en Dirk vertellen
Peter schrijft aan dit blog
Dirk en Pascale vertellen over hun leven in Bali.
Alleen al het feit dat je bedienend personeel hebt. Dat je personeel moet hebben werd hen al spoedig duidelijk gemaakt.voordat Dirk en Pascale er zelf goed over nagedacht hadden bleken anderen dat al voor hen gedaan te hebben. Ook wie er in hun huis zouden komen werken, was al voor een deel bedacht. Subtiel overleg was nodig om tot een voor partijen bevredigend resultaat te komen.  
Je kan ook beter niet zelf naar de markt gaan om boodschappen te doe, want dan wordt gestraft met prijzen die 2 a 3 x zo hoog zijn. Men waardeert het niet dat je de functie van je eigen personeel uitholt.
    .  
lunch
De taal begint al aardig vetrouwd te raken, maar dat is complexer dan je zou denken. De leden van de staf spreken voor een deel Engels, maar daarmee kom je er niet. Dirk en Pascale proberen zich nu de bahasa Indonesia eigen te maken, want dat spreken de Balinezen tegenwoordig allemaal. Onderling spreken ze echter Balinees. En wel in 3 varianten: het Balinees voor vrienden en familie, dat voor het spreken met hogere kaste en de formele taal in de tempel. Het Balinees proberen te leren is super lastig, zowel qua gramatica, uitspraak, als schrift. Bahasa Indonesia spreken is dus het beste. Maar echt integreren lukt voor Nederlanders natuurlijk niet.
tuin van villa Pascale

Als je met Balinezen spreekt en ze wenden zich in het Balinees tot elkaar, mis je dat altijd natuurlijk. Zo vallen je iedere dag kleine dingen op, waarvan je niet direct begrijpt of en zo ja, wat je er mee moet. 
zwembad van villa Pascale
Dat neemt niet weg dat ze altijd bijzonder vriendelijk en aardig tegen je zijn. Zo zijn Dirk en Pascale uitgenodigd voor een bruiloft bij de buren. Wij liften graag mee op die invitatie. Dus daar wandelen we straks over het strand naar toe. We moeten er om 8 uur ’s ochtends zijn.



donderdag 19 januari 2012

Villa Pascale




Op de weg naar Tianyar Barat, waar Dirk en Pascale wonen, liggen nog vele tempels, waarvan we er weer een paar bezoeken. Er zijn in de meeste tempels ook tempelfeesten gaande. Althans vrouwen dragen offergaven aan, mannen zijn met spullen in de weer en mensen zitten te kletsen met een priester, die zo nu en dan een gebed of ritueeltje met belletjes en wierook doet.
We vinden het huis van Dirk en Pascale hoewel we het telefoonnummer uit Dirks mail niet hebben opgeschreven. We worden eerst bijna weer terug het dorp uitgestuurd en daarna naar een huis, waar een amerikaan uitkomt, die ons in 2 inuten veretlt wat hij voor werk doet, met wie hij getrouwd is, wanner hij hier is en wanneer in Texas ,wanneer hij hier is aangekomen, dat zijn vrouw bij de tempelceremonie zit, dat hij naar het voetballen zit te kijken en nog veel meer. Hij wil ons zijn huis laten zien, maar bedanken beleefd omdat we Dirk en Pascale zoeken. Hij stuurt ons naar het politiebureau dichtbij, maar daar is niemand.
aankomst bij Dirk en Pascale
Toch vinden we op een weggetje naar het strand (want we weten dat we daar ergens moeten zijn) een mevrouw die ons zegt dat in het huis 50 meter verder een ‘orang belanda’ woont, die Dirk heet.
huis en gastenverblijf vanaf de zee gezien
Het weerzien is hartelijk en Pascale en Dirk laten hun huis zien. Met zichtbaar ingehouden trots leiden ze ons rond door hun heel open gebouwd verblijf, keuken, bibliotheek, zwembad, tuin en gastenverblijf, waarvan wij een deel mogen betrekken. Het is zonder meer onthutsend dat je met relatief weinig euros zo’n paleis kan hebben.
In een prachtige tuin, die Pascale met veel zorg heeft ontworpen en waar de planten en struiken als kool groeien, treffen we twee vijvers en een zwembad. Vanuit ons gastenverblijf kunnen we net tussen de palmen door hun hoofdgebouw zien. En alles is met Balinese materialen gemaakt.
door de palmen zie je net het hoofdgebouw
De drankjes glijden lekker naar binnen, de nasi campur is een van de lekkerste die we in Bali aten en het geklets gaat voort tot de tropische nacht al aardig op streek is. We horen het gezang van een naburig tempelfeest nog als we gaan slapen.

woensdag 18 januari 2012

Geld.



hier eten wij een lunch
10.000.rupia is ongeveer 1 USdollar.
Parkeren kost 2000 rupias, dus minder dan 20 cent.            
koffie in een warung

In een eettentje (of rumah makan) in het dorp krijg je met zijn tweeen een lunch voor 25.000 rupia (= 2,50 USD), maar in een eenvoudig restaurant, waar ook toeristen komen is het al gauw 6 x zo duur.
Een beetje motorfiets/brommer kost 15.000.000 rupia. En toch zie die dingen met tienduizenden rondracen. Bij scholen voor V.O. staan vele tientallen brommers. Je vraagt je af hoe dat kan als een modaal salaris ca 800.000 rps is. Het antwoord is: via afbetaling met wurgcontracten.
Daar staat tegenover dat de benzine hier 4500 rps per liter kost.
zomaar een markt
op de achtergrond ons cottage
Onze vanuit Nederland online geboekte huurauto kost 270 euro per maand.
Onze bungalow met zicht op het strand in Lovina Beach is 32 euro per nacht.  Maar dat zowel veel duurder als goedkoper.

maandag 16 januari 2012

op zoek naar het graf van de koning



de mooi bemoste trap naar het graf
onze "hulptroepen" bij het entree van het park
De prinses had ons tijdens het gesprek (zie onze blog van 12-01-12) verteld over een ‘Memorial Park’ ter nagedachtenis van haar vader op de plaats waar hij door de Japanners was gearresteerd. 
Op die plek staat een klein kerkje en is ook het graf van haar vader en die van enkele andere leden van de familie.  Zij heeft daarvoor al de grond kunnen kopen en een toegangsbrug kunnen bouwen door op God te vertrouwen en met de financiele hulp van anderen. 
Zij wil daar ook een schooltje stichten voor meisjes/jonge vrouwen die daar Engels, koken en huishouding kunnen leren. Wij werden uitgenodigd om op 16 januari bij de opening aanwezig te zijn, zij sloeg ook ons telefoonnummer in haar telefoon op voor nadere info daarover.
het graf van de koning
Wij kregen geen telefoontje, maar gingen vanmorgen toch op zoek naar het memorial park. Het leuke daarvan was dat we bij ons zoeken en vragen op massale hulpvaardigheid stoten. Tot 2 x toe gingen jongens ons vooruit om ons de weg te wijzen en deze keer niet met de bedoeling daar geld voor te vragen. Zo gauw je uit de drukte bent ervaar je weer veel vriendelijkheid in plaats van klantvriendelijkheid.   
Het verrassende was dat niemand wist waar we het memorial park konden vinden. We werden geleid naar een huis, waar christelijke mensen woonden, maar die waren niet thuis. We waren al op de weg terug, toen 2 jongens ons weer naar datzelfde huis brachten, omdat het hier in de buurt moest zijn. Wij gingen door een typisch Balinese ingang, met een bordje “te koop”, een terrein op, maar nog wisten we niet waar we moesten zoeken. Een boer, die met zijn koe aan een touw liep te wandelen wist het precies. En ja hoor, daar was de brug en het pad naar het kerkje en de graven, precies zoals de prinses het ons had verteld. Maar geen schooltje, wel een gebouwtje, dat er niet uitzag als een schooltje. Zeker niet een schooltje dat vandaag geopend kon worden en ook niet binnen enkele maanden.
zoete aardappelen met cocos
napraten in de warung
Meer raadselen rond de prinses, dus.
Missie geslaagd, althans deels. Wij weer terug naar onze jongens/gidsen. We dronken koffie in een warung en kregen zoete aardappelen met cocosstrooi
sel aangeboden. Het was niet helemaal duidelijk of we die nu betaald hebben, want het bedrag was weer erg laag.