zondag 21 september 2014

pruimenchutney en appelsap

De pruimen die we in augustus hebben geoogst vormden maar een heel klein deel van wat er allemaal in de bomen hangt. 
Die zijn inmiddels al (over)rijp geworden en Queenie wil nog wel een paar potjes chutney maken. Dus opnieuw aan het pruimen plukken.


We zoeken daar een boom uit, die we komende winter willen omzagen. We hebben toch (te) veel pruimenbomen en deze staat in de weg van de zichtlijn die we willen maken van uit de woonkamer tot achter in de boomgaard.

We zagen er een paar grote takken af; dat is ook makkelijk plukken.


 De chutney die Queenie maakt wordt lekker scherp (zoals het hoort, want chutney komt oorspronkelijk uit India) met pruimen, uien, azijn, koreander, knoflook, pepertjes, mosterdzaadjes etc. Het worden 20 klein potjes.

Dan komen de appelen aan de beurt: ook al weer een overstelpende hoeveelheid. 




Er liggen al honderden appels in het gras, maar die hebben bijna allemaal een beurse plek omdat ze van de boom gevallen zijn.












De valappels gooien we massaal op de composthoop. 

We willen de appels zorgvuldig plukken en dat is best bewerkelijk.




Maar binnen één dag staan er een heleboel flessen appelsap en potten appelmoes. We moeten er een nieuwe kast voor maken. 





De rest van de goede appels moet worden opgeslagen op zolder. Zoals het hoort: in een donkeren ruimte met de nodige luchtcirculatie en beetje vochtig.



uit wikipedia




's Avonds gaan we weer eten bij Pieter en daar vertellen we over hoe professioneel we onze oogst hebben opgeslagen, maar onze disgenoten  waarschuwen ons dat je nu wel grote kans loopt dat je relmuizen aantrekt. Relmuizen? Ja, eigenlijk zevenslapers of eikelmuizen. Dat schijnen heel aaibare beestjes te zijn, maar ze bevuilen alles, kruipen overal door, eten je fruit op en kunnen je ook uit de slaap houden door hard over de zolder te rennen.

Wij denken dat we die diertjes niet in huis hebben, maar op zolder vinden we naast de plaats, waar we onze walnoten hadden bewaard, massa's bolsters van noten, waar gaten in geknaagd zijn. We vragen ons wel een beetje bezorgd af of ons fruit 'relmuis-vrij' blijft. 


vrijdag 19 september 2014

via de Veerle naar Ouge

We hadden het zo goed bedacht van te voren en ook afgesproken:
Zondags zouden we naar Eijsden rijden, daar aan boord van de Veerle gaan en naar Born varen. Afmeren bij de jachtservice van Guido Willems, die hem de dag erna uit het water zou hijsen om de lekkage aan de schroefas te verhelpen. Dat zou 2 uur duren, waarna we terug konden varen naar Eijsden en, na een hapje in het restaurant van de haven en een nachtje op de Veerle, doorrijden naar Ouge.

Maar de dag er voor krijgen we een telefoontje dat er iemand onze boot wil komen bezichtigen en misschien wel kopen. Plan aangepast: eerst de bezichtiging (die verliep positief en morgen zou er een bod komen), daarna lekker mosseltjes eten in het restaurant en varen naar Born.









Onderweg even afgemeerd in Maastricht, waar de bevrijdingsfeesten in volle gang waren (september 1944). 






Maar de grote dubbele sluizen bij Born bleken gesloten, want zondagavond. Dus brengen we de nacht door vóór de sluis.

Maandagmorgen vroeg wordt de boot uit het water gehesen, maar wat blijkt?





    De schroef is flink beschadigd.    

We hadden onderweg wel een flinke aanvaring gehad met iets onzichtbaars onder water, maar dat het deze schade zou opleveren hadden we niet verwacht.
Wederom het plan aangepast:
De boot blijft in Born, want de reparatie van de schroef duurt langer: Guido denkt 10 dagen;  en wij gaan dezelfde dag al door naar Ouge.

Het is goed om ons Franse huis en tuin weer te zien: de druiven, de pruimen en de appels ze zijn allemaal in enorme hoeveelheden en hangen klaar om geoogst te worden.


Maar eerst hangen we het vogelhuisje (follie!) dat we van Jan & Toos gekregen hadden op.
Volgend voorjaar verwachten we er mezen in of een paar gekraagde roodstaarten.



maandag 8 september 2014

pruimen oogsten


De pruimenoogst was dit jaar onvoorstelbaar overvloedig. De takken van de pruimenbomen waren zo zwaar van de pruimen dat er vele zijn afgebroken. Zonder te weten hoe rijk de oogst zou worden had Dick al in november vorig jaar geroepen dat hij en Josephine met de pruimenoogst zouden komen helpen en ook jam zouden komen maken.



Met zijn vieren proberen overzicht te krijgen in de gigantische hoeveelheid kwetsen. We lopen door de boomgaard en bijna zakt de moed ons in de schoenen. 






Dick laat zich niet ontmoedigen. Hij toont ons een volle tak als ware het een grote, gevangen vis!


Het zijn immers prachtige kwetsen met die typische, mooie blauwe kleur. “Met blauw dauw”, las ik in wikipedia.

Het wordt ons al snel duidelijke dat we slechts een klein percentage van de massa zullen kunnen verwerken tot jam, sap en compote. Ook al werken we dagen achter elkaar full time door. Toch zitten we al snel in de stal (het weer werkt niet mee) de eerste kruiwagen met pruimen te ontpitten.






 Daarna pakken Queenie en Josephine stevig door en de eerste potten jam staan al in de keuken.





Het worden er tientallen, sommigen met een scheutje calvados er in.



Maar er komt ook chutney, compote, taart en pruimensap.



 Die pruimensap is het makkelijkst om te maken. we gebruiken hiervoor de zgn “belzen”. Althans zo worden ze in oostelijk Nederland genoemd; in Drenthe heten ze “effies” en ze schijnen ook wel “kroosjes” genoemd te worden. Een klein soort pruim met precies dezelfde kleur als de kwetsen, maar die niet zo geschikt is om zo los uit het handje te eten.
We schudden aan de boom en ze vallen met honderden naar beneden. Daarna storten we ze in sap-pan en  . . . er komt heerlijk pruimensap uit.







We treuren er niet lang over dat we maar een klein deel van de pruimen hebben kunnen gebruiken, want we zijn moe en zeer voldaan. Toos en Jan zijn inmiddels aangekomen. Jan kan mooi helpen bij het snoeien van de "pruniers".