vrijdag 21 juni 2019

huisje boompje, bootje


Op een mooie Pinksterdag vertrokken we weer richting Frankrijk.
Er lagen drie grote uitdagingen op ons te wachten:

– het oppikken van de boot en daarmee varen naar Chamouilley, waar onze grote vriend Sebastien woont, waarmee we hadden afgesproken dat hij onze boot zou verkopen. Deel van de afspraak was dat we de boot bij hem zouden afmeren en hij zou hem te koop zetten. Sebastien is oud-schooldirecteur en tegenwoordig “jachtmakelaar”. Dat is één van de woorden Nederlands die hij kent.

– De tweede opgave was het opruimen van de gesneuvelde kastanjeboom, die de avond vóór ons vertrek in mei als een luciferhoutje was afgeknapt. We hadden de afgeknapte boom laten liggen in de tuin.

– het schilderen van het huis in Ouge, waar bij Pieter ons zou helpen en die ook al verf via een vriend van hem had gekocht.


De boot.
Tot onze opluchting was alles in en aan de boot in orde; na alle ellende met de boot waren daar niet helemaal gerust op, dus dat viel dus mee. Bovendien konden we de lekkende douche met een beetje 2-componenten epoxy vrij simpel repareren.


We namen afscheid van Pascale van de Capitainerie en voeren met stralend weer de haven van Vitry-le-François uit.




Heerlijk weer varen!

Dat beviel zo goed dat we gingen twijfelen of het wel zo'n goed idee was om de boot in de verkoop te doen.


Maar al snel sloeg het weer radicaal om en voeren twee dagen in de regen.



Bij aankomst in Chamouilley wachtte Sebastien ons al op en bracht ons naar het station van Saint Dizier, waar we intussen ook onze auto hadden geparkeerd. Die hadden we uit Vitry-le-F opgehaald.


We namen nog een foto van de Jagombo-2 en lieten de boot achter in Chamouilley.


Eén plan was dus al helemaal uitgevoerd en nu dus maar afwachten hoe het met de verkoop van de boot zou gaan. Erg optimistisch waren we niet.

De kastanje
Tweede Pinksterdagavond waren we in Ouge, waar de gesneuvelde kastanje al een maand op ons lag te wachten in een tuin met héél erg veel achterstallig onderhoud. 

Vooral de moestuin had veel aandacht nodig.






Het opruimen van de kastanjeboom kostte bijna 2 dagen, maar ja het leverde ook brandhout op voor 2 winterse dagen stoken.

 De grote dikke stam lieten we maar voorlopig staan; die kunnen we altijd nog later in het jaar in mootjes zagen voor nog meer stookhout.

– En dan de derde grote klus: het schilderen van het huis.
Pieter was om 8 uur 's morgens al present, de ladders en de stijger werden in stelling gebracht, de potten verf aangesleept, maar eerst moesten we even de muren ontdoen van de oude witte verf. Onze hogedrukspuit maakte echter niet veel klaar: het werk ging traag omdat de spuit niet sterk genoeg was. Queenie kwam op het idee om overbuurman Charles te vragen of hij een sterker Hdspuit had. En jawel hoor; Charles is altijd bereid om te helpen. Met het geleende apparaat ging het 2 x zo snel en 's avonds om half zes was de hele voorgevel bijna klaar.




De volgende morgen om 8 uur weer hard aan het werk. Het schilderen zelf schoot lekker op, maar om 13 uur bleek dat we veel te weinig verf gekocht hadden. 

We spraken af dat Pieter nieuwe verf gaat bestellen en dat we de klus zsm gaan afmaken. 









Nu nog even de blauwe regen, de rozen en de druif weer tegen de muur bevestigen en wachten op fase 2.










Tot zover de drie grote uitdagingen, maar pal daarop worden we overvallen door een tweetal grote ontwikkelingen, maar daarover meer in de volgende blog.