maandag 27 oktober 2014

inauguratie van de kerk

Martine kwam ons melden dat over 10 minuten de inauguratie van de kerk zou beginnen en of we direct mee wilden komen.
Snel even andere kleren aangeschoten en naar de Place de l’eglise gesneld.
 

Daar bleek dat het hele dorp op de been gekomen was! Voor de mairie. De burgemeester was er ook. Met sjerp.





Maar er waren meer bobo’s, onder meer  de prefect  en drie leden van de senaat.  We hadden nog zo’n indrukwekkende menigte in Ouge bij een gezien. De restauratie van de kerk was al wel meer dan 2 jaar geleden afgerond en het hele dorp was er wel erg trots op, maar de inauguratie die daar op zou moeten volgen,  was nog altijd niet gebeurd. Nu was die feestelijk dag dus eindelijk daar.


Plotseling zette de menigte zich in beweging in de richting van de kerk. De burgemeester en de oud-burgemeester lieten de genodigden eerst de kerk even zien en keerden vervolgens voltallig terug op de stoep van de kerk.

Kindertjes gingen klaar staan met een kussen en daarop een grote schaar. En raad eens wat?  er werd een lint doorgeknipt door de prefect!  

Dat was het moment dat wij allemaal de kerk in mochten en de speeches konden beginnen. 





Als eerste de burgemeester, daarna de oud-burgemeester en nog een hele rij sprekers. Opvallend was wel dat er geen enkele kerkelijk spreker was. Het was een louter seculiere gebeurtenis. Niemand van de kerk gezien, ook niet als genodigde of belangstellende. Dit was helemaal een zaak van de overheid en niet van de kerk. Erg spectaculair en origineel was het allemaal niet, maar dat stoorde eigenlijk niemand. Dit was een moment, waarop iedere inwoner van het dorp eens trots kon zijn op het dorp.



Tot slot stonden de heerlijkste hapjes klaar in de mairie en kon de champagne rijkelijk vloeien!






zondag 26 oktober 2014

afscheid van Veerle

Hadden we onze boot "Veerle" in zo'n mooie gebied ten zuiden van Maastricht in een rustige haven aan de voet van de Pietersberg en met een lekker restaurantje afgemeerd om daar de komende winter te blijven, komt er plotseling een koper! 


We hadden ons er al helemaal mee verzoend dat we geen koper voor de boot  meer zouden kunnen vinden en we verheugden ons al op "plan B" het varen naar Frankrijk in het voorjaar van 2015. We hadden al een haventje in de buurt van Ouge uitgekozen.


Het was geen gemakkelijke beslissing, maar we kozen toch voor verkoop van de Veerle. De kopers waren enthousiast, voor hen ging er een droom in vervulling. Zo voelden wij ons ook 7 jaar geleden. We stemden echter een beetje zorgeloos in met hun eis dat de boot moest worden geleverd in Eembrugge (bij Amersfoort).

En zo kon het gebeuren dat we op een mooie zaterdag in oktober van wal staken en opstoomden naar Maastricht. 



En daarna verder noordwaarts de Maas af. De eerste overnachting was in een stil, vriendelijke haventje in Neer, een dorpje aan de Maas in Noord Limburg. Met uitzicht over de Maas.





Met de botenmakelaar en de kopers hadden we de afspraak gemaakt dat we onderweg ergens in Limburg zouden afmeren en hen aan boord zouden nemen voor een proefvaart. We troffen elkaar in de Leukerplas, maakten daar een proefvaart en tekenden de verkoopovereenkomst.







 Het verliep allemaal zeer plezierig, al hadden wij wel weemoedige gevoelens, nu het afscheid van onze boot zo definitief  ging worden.
Veel tijd daarvoor hadden we niet, want we moesten knopen (= zeemijlen) maken, anders kwamen we nooit in Eembrugge.
Via het Maaswaalkanaal kwamen we op de Waal, waar het behoorlijk druk was. Veel grote schepen op de indrukwekkend brede rivier.




 De sterke stroom voerde ons snel naar het AmsterdamRijnkanaal. Via de vecht en de sluis bij Muiden het Eemmeer op en daarna de Eem. We meerden af in Eembrugge.


 Daar kon het boordje “Te Koop” er af en lieten we de Veerle achter. Als de kopers er net zoveel heerlijke dagen mee gaan varen als wij deden, gaan ze een mooie tijd tegemoet. 






Nog één nachtje pitten op de Veerle en de volgende morgen met de trein naar Maastricht, waar we de auto hadden achtergelaten en door naar Ouge.

zaterdag 25 oktober 2014

familie-oploopje

Hoorden we plotseling dat een nicht (Rinske uit ZuidAfrika) en een neef (Jan uit de USA) met kinderen min of meer toevallig tegelijkertijd in Nederland waren. Gewoonte getrouw roept er dan altijd wel een van de familieleden dat we snel bij elkaar moeten komen. Deze keer was dat Frederieke. Zij is meer dan gemiddeld familie-ziek. Dat is dus heel ernstig!



Later bleek dat ook Pepijn toevallig over was uit de USA in Frankrijk en nog geprobeerd had om snel naar Schiphol te vliegen, maar dat is helaas niet gelukt.


Bovendien was het de laatste keer dat we zo’n familie-oploopje in Vinkeveen konden hebben. Dus de datum werd na (na enig geharrewar) snel geprikt, de catering besteld en de partytent vlug opgezet. Het weer werkte ook nog mee; wat wilden we nog meer?  














We waren het allemaal met elkaar eens dat het erg leuk was elkaar weer eens te zien en te spreken. 
En ook dat we dit moment in een groepsfoto moesten vastleggen. 












Met nog een aparte foto van de nichten,
 natuurlijk.





We wisten op dat moment dat Vetea (11 jaar) mee zou doen aan een kite-surf-wedstrijd in Zeeland. Maar we waren behoorlijk trots toen we daarna hoorden dat hij Nederlands jeugd-kampioen is geworden. Dus we hebben zeker iets om over te praten op de volgende familiereünie.

Maar wanneer zal zijn?  

zondag 21 september 2014

pruimenchutney en appelsap

De pruimen die we in augustus hebben geoogst vormden maar een heel klein deel van wat er allemaal in de bomen hangt. 
Die zijn inmiddels al (over)rijp geworden en Queenie wil nog wel een paar potjes chutney maken. Dus opnieuw aan het pruimen plukken.


We zoeken daar een boom uit, die we komende winter willen omzagen. We hebben toch (te) veel pruimenbomen en deze staat in de weg van de zichtlijn die we willen maken van uit de woonkamer tot achter in de boomgaard.

We zagen er een paar grote takken af; dat is ook makkelijk plukken.


 De chutney die Queenie maakt wordt lekker scherp (zoals het hoort, want chutney komt oorspronkelijk uit India) met pruimen, uien, azijn, koreander, knoflook, pepertjes, mosterdzaadjes etc. Het worden 20 klein potjes.

Dan komen de appelen aan de beurt: ook al weer een overstelpende hoeveelheid. 




Er liggen al honderden appels in het gras, maar die hebben bijna allemaal een beurse plek omdat ze van de boom gevallen zijn.












De valappels gooien we massaal op de composthoop. 

We willen de appels zorgvuldig plukken en dat is best bewerkelijk.




Maar binnen één dag staan er een heleboel flessen appelsap en potten appelmoes. We moeten er een nieuwe kast voor maken. 





De rest van de goede appels moet worden opgeslagen op zolder. Zoals het hoort: in een donkeren ruimte met de nodige luchtcirculatie en beetje vochtig.



uit wikipedia




's Avonds gaan we weer eten bij Pieter en daar vertellen we over hoe professioneel we onze oogst hebben opgeslagen, maar onze disgenoten  waarschuwen ons dat je nu wel grote kans loopt dat je relmuizen aantrekt. Relmuizen? Ja, eigenlijk zevenslapers of eikelmuizen. Dat schijnen heel aaibare beestjes te zijn, maar ze bevuilen alles, kruipen overal door, eten je fruit op en kunnen je ook uit de slaap houden door hard over de zolder te rennen.

Wij denken dat we die diertjes niet in huis hebben, maar op zolder vinden we naast de plaats, waar we onze walnoten hadden bewaard, massa's bolsters van noten, waar gaten in geknaagd zijn. We vragen ons wel een beetje bezorgd af of ons fruit 'relmuis-vrij' blijft. 


vrijdag 19 september 2014

via de Veerle naar Ouge

We hadden het zo goed bedacht van te voren en ook afgesproken:
Zondags zouden we naar Eijsden rijden, daar aan boord van de Veerle gaan en naar Born varen. Afmeren bij de jachtservice van Guido Willems, die hem de dag erna uit het water zou hijsen om de lekkage aan de schroefas te verhelpen. Dat zou 2 uur duren, waarna we terug konden varen naar Eijsden en, na een hapje in het restaurant van de haven en een nachtje op de Veerle, doorrijden naar Ouge.

Maar de dag er voor krijgen we een telefoontje dat er iemand onze boot wil komen bezichtigen en misschien wel kopen. Plan aangepast: eerst de bezichtiging (die verliep positief en morgen zou er een bod komen), daarna lekker mosseltjes eten in het restaurant en varen naar Born.









Onderweg even afgemeerd in Maastricht, waar de bevrijdingsfeesten in volle gang waren (september 1944). 






Maar de grote dubbele sluizen bij Born bleken gesloten, want zondagavond. Dus brengen we de nacht door vóór de sluis.

Maandagmorgen vroeg wordt de boot uit het water gehesen, maar wat blijkt?





    De schroef is flink beschadigd.    

We hadden onderweg wel een flinke aanvaring gehad met iets onzichtbaars onder water, maar dat het deze schade zou opleveren hadden we niet verwacht.
Wederom het plan aangepast:
De boot blijft in Born, want de reparatie van de schroef duurt langer: Guido denkt 10 dagen;  en wij gaan dezelfde dag al door naar Ouge.

Het is goed om ons Franse huis en tuin weer te zien: de druiven, de pruimen en de appels ze zijn allemaal in enorme hoeveelheden en hangen klaar om geoogst te worden.


Maar eerst hangen we het vogelhuisje (follie!) dat we van Jan & Toos gekregen hadden op.
Volgend voorjaar verwachten we er mezen in of een paar gekraagde roodstaarten.



maandag 8 september 2014

pruimen oogsten


De pruimenoogst was dit jaar onvoorstelbaar overvloedig. De takken van de pruimenbomen waren zo zwaar van de pruimen dat er vele zijn afgebroken. Zonder te weten hoe rijk de oogst zou worden had Dick al in november vorig jaar geroepen dat hij en Josephine met de pruimenoogst zouden komen helpen en ook jam zouden komen maken.



Met zijn vieren proberen overzicht te krijgen in de gigantische hoeveelheid kwetsen. We lopen door de boomgaard en bijna zakt de moed ons in de schoenen. 






Dick laat zich niet ontmoedigen. Hij toont ons een volle tak als ware het een grote, gevangen vis!


Het zijn immers prachtige kwetsen met die typische, mooie blauwe kleur. “Met blauw dauw”, las ik in wikipedia.

Het wordt ons al snel duidelijke dat we slechts een klein percentage van de massa zullen kunnen verwerken tot jam, sap en compote. Ook al werken we dagen achter elkaar full time door. Toch zitten we al snel in de stal (het weer werkt niet mee) de eerste kruiwagen met pruimen te ontpitten.






 Daarna pakken Queenie en Josephine stevig door en de eerste potten jam staan al in de keuken.





Het worden er tientallen, sommigen met een scheutje calvados er in.



Maar er komt ook chutney, compote, taart en pruimensap.



 Die pruimensap is het makkelijkst om te maken. we gebruiken hiervoor de zgn “belzen”. Althans zo worden ze in oostelijk Nederland genoemd; in Drenthe heten ze “effies” en ze schijnen ook wel “kroosjes” genoemd te worden. Een klein soort pruim met precies dezelfde kleur als de kwetsen, maar die niet zo geschikt is om zo los uit het handje te eten.
We schudden aan de boom en ze vallen met honderden naar beneden. Daarna storten we ze in sap-pan en  . . . er komt heerlijk pruimensap uit.







We treuren er niet lang over dat we maar een klein deel van de pruimen hebben kunnen gebruiken, want we zijn moe en zeer voldaan. Toos en Jan zijn inmiddels aangekomen. Jan kan mooi helpen bij het snoeien van de "pruniers". 

donderdag 24 juli 2014

de Abdij van Cherlieu

Lang geleden schreef de voor-vorige eigenaar van ons huis, Frans Leenen, een stuk over de geschiedenis van Ouge. Het is erg aardig om dat te lezen. Eén van de onderwerpen trok direct onze aandacht.

Bij het binnenkomen van het dorp Ouge van uit het zuiden ziet men een kruisbeeld (calvaire). Die zijn er meer in deze streek, veel meer zelfs, maar deze is bijzonder en is dan ook een nationaal historisch monument. We lezen: "De gebeeldhouwde kolom is waarschijnlijk uit de 12e eeuw en stelt een bisschop met mijter voor, die een boek vasthoudt, wellicht een uitbeelding van de heilige Bernardus. (. . . .  )  Het is vermoedelijk afkomstig van de poort van de Abdij van Cherlieu, voordat deze in 1850 door brand verwoest werd.
Die brand heeft mede tot gevolg gehad dat heel veel huizen en boerderijen in deze streek gedeeltelijk zijn gebouwd of verbouwd met de prachtige grote stenen blokken waarvan de abdij gebouwd was".
En nu komt waarom wij zo geboeid waren door dit onderwerp:
"Ook wij", zo gaat onze voor-voorganger verder, "hebben in een van de stallen een muur van deze loodzware maar fraaie stenen, die van de abdij afkomstig zijn."
De bevolking uit de dorpen in de wijde omgeving hadden altijd belasting moeten betalen aan de monniken en vonden het niet meer dan terecht dat ze nu daarvoor iets terug konden halen in de vorm van gratis bouwmaterialen.


De fietstocht naar de abdij is 12 km lang en voert door een schitterend landschap. Als we bij de resten van de abdij komen zien we dat de mensen uit de omgeving wel heel grondig alle stenen hebben weggehaald om hun eigen huizen en boerderijen mee te (ver)bouwen.





Het is een idyllisch plekje, veel wilde bloemen, maar van de ooit beroemde abdij is niet veel meer over: één muur van een zijbeuk van de abdijkerk.



Op het informatiebord wordt wel verteld over de boeren uit de 30 dorpen in de streek, die in 1791 protesteerden tegen de belasting die zij aan de monniken moesten betalen, (dat ging er niet zachtzinnig aan toe), maar we lezen daar niets over de brand. Hoe dan ook: nadien werd de abdij gesloopt.


Toen we thuis kwamen, hebben we eerst even gekeken naar de muur in de stal met die grote stenen.