woensdag 22 mei 2019

'Fin heureuse' voor de Jagombo-2 ? Maar niet voor de kastanje!



Ondanks de treurige lotgevallen met de Jagombo-2 moet er in Ouge nog wel geklust worden, natuurlijk.

Vooral de verdere restauratie van de knechtenwoning heeft onze aandacht. Een moeilijk klusje was in onze ogen: het herstel van de 'evier' (de antieke gootsteen) die door onvoorzichtig het werken aan de muur een paar jaar gelden was afgebroken. De muur was goed gerepareerd, maar afgebroken stuk steen van de gootsteen paste er niet meer tussen.





 Er moest een stuk afgezaagd worden en we hebben geen steenzaag. 
We waren al van plan om bij een grafzerken-maker langs te gaan en te vragen of hij het stukje er van af kon zagen. We wilden de steen al in de auto leggen, toen onze overbuurman Charley uitkomst bood. 



Hij heeft wel een steenzaag en wilde er wel even mee aan de slag. En daarna wilde hij ook wel even helpen met het vastlijmen.








Ook hadden we al lange tijd een nieuw luik voor het keukenraam staan, dat we gekocht hadden bij de Emmaus. Dat klusje was veel makkelijker.










Een derde klusje dat we al te lang hadden uitgesteld was de leuning aan de trap naar de hoge vliering.

Ook niet zo ingewikkeld en dus gauw klaar en bovendien biedt het een prachtig uitzicht als je de ladder naar de vliering opgeklommen bent.





Direct neemt Queenie natuurlijk een 3D-foto om die later thuis in Utrecht te gaan bekijken.


Door al die drukte hebben we nog maar nauwelijks tijd om een boswandeling te maken.


















Maar de zorgen over de Jagombo-2 laten ons niet los. Dus besluiten we een dagje eerder te vertrekken uit Ouge om naar de boot, die nog altijd in Vitry le François ligt, te kijken in de hoop dat hij nog drijft! En of er niets aan de de lekkage in de douche kan worden gedaan. Tegelijk zouden we kunnen proberen een duplicaat van de sleutel van de boot te laten maken. Dat zou ook wel handig zijn.


De avond voor vertrek willen we nog één keer lekker in de tuin zitten met een glaasje. 

We gaan niet onder de kastanjeboom zitten, want het waait behoorlijk dus we zoeken een beschut plekje; we hebben dan ook een goed uitzicht op de prachtig bloeiende rode kastanje.



We kunnen dan ook goed zien hoe hard het waait en we stellen vast dat we de kastanje in de komende herfst behoorlijk moeten trimmen, want hij ziet er erg topzwaar uit!

Eén minuut daarna horen we een raar krakend geluid en zien we boom door midden knappen en met een sierlijke zwaai op de grond terecht komen.




Queenie gaat gauw in een van de stoeltjes onder de afgebroken stam zitten om te zien of ze het er levend afgebracht zou hebben als we niet toevallig (!) voor een ander plekje hadden gekozen.



We hebben die avond geen tijd meer om de gevallen boom op te ruimen, dus dat is het eerste klusje als we in juni hier weer terug komen.







Geen happy end dus voor de kastanje, maar wel voor de Jagombo-2.

 Dat kunnen we de dag erna in Vitry le François zien: de boot ligt er mooi bij.






Na  een 'plât du jour' bij 'le Maxime' in de stad rijden we opgelucht naar huis,









Maar drinken nog even een kopje koffie op het grote plein in Charleville le Mézière.

woensdag 8 mei 2019

Lotgevallen met de Jagombo-2


In september 2018 voeren we met de Jagombo-2 van Port sur Saône naar Vitry le François. We spraken met de haven af om onze boot daar te laten liggen tijdens de winter.  

 

We vroegen aan Christophe Garnier van de vlakbij gelegen scheepswerf om de boot winterklaar te maken, maar volgens hem moest de boot tijdens de winter op de wal gezet worden, want in Vitry vriest het altijd hard in de winter.
We vroegen een offerte voor het op de kant hijsen en het winter klaar maken. Het bedrag viel niet mee, maar we hadden geen keus en gingen er mee akkoord. We laten de boot op een rommelige werf achter . . .




Op 23 april 2019 gaan we naar Vitry le François om de boot daar te gaan ophalen.

We gaan aan boord, en willen de motor starten, maar de motor start niet en we zien ook dat de slaapkamer onder water staat. De slippers drijven in de slaapkamer.

Ook de lichten doen het niet en onder de keuken staat het water tot aan de vloer: alle bedradingen, pompen, alles diep onder water.


We roepen Christophe er bij; hij ziet het voor het eerst en verzint ter plekke een reden voor het bijna zinken van onze boot; het heeft ingeregend door het raampje van de slaapkamer!

Hij is ook de sleutel kwijt: die heeft hij nooit (nodig) gehad en bovendien heeft hij hem teruggegeven aan Pascale van de haven en oh ja, eigenlijk aan iemand anders. Pascale ontkent heftig dat hij hem heeft teruggegeven aan haar.

En dan blijkt ook nog (bij navraag) dat hij een belangrijk onderdeel van de opgedragen werkzaamheden nl. leeg laten lopen van de drinkwater tank en antivries in de leidingen, niet heeft gedaan.




Onverrichter zake gaan we terug naar Ouge. Ook al zou de boot wel kunnen varen, we zouden toch niet terug kunnen varen want het kanaal is tot 6 mei a.s. nog gesloten, zegt Pascale van de haven. We spreken met Pascale en Christophe af dat we over een paar dagen terug komen om met de boot weg te varen. Christophe zal de boot leegpompen, de accu's laden en zorgen dat alles weer kan functioneren.



Onderweg nemen we wel even tijd voor een wijntje en een pastis. 


De volgende dag mailt, appt en belt Christophe met de heugelijke mededeling dat de motor start! Op vragen van Peter of de andere accu en de andere voorzieningen in de boot het ook doen, geeft hij geen antwoord. Dus stellen we de zelfde vragen per e-mail. Geen reactie.

Na een paar dagen gaan we toch maar weer naar de boot en daar zien we tot onze verbazing dat alles loopt. We maken een korte proefvaart en alles lijkt in orde. Maar voor het afmeren na terugkeer in de haven zien we weer een grote plas in de slaapkamer staan en het water spuit uit de douche.


We sluiten de de watervoorziening af, maken weer afspraken over wanneer we terugkeren om de boot en betalen voor de plaats in de haven vooruit. En: nee het kanaal gaat niet pas op 6 mei open, maar is al open, zegt onze Pascale.

We rijden weer terug naar huis in Ouge en gaan onderweg nog even langs Sebastiën, die jullie nog kennen uit onze blog van vorig jaar. De Fransman die ons bij onze tocht in de zomer zo goed geholpen heeft met de pech in de boot. Hij zal onze boot verkopen, want de lol is er wel een beetje af, we kunnen hem afmeren bij hem en hij gaat de douche repareren.


Bij dit soort ophopingen van narigheid ga je de rare Nederlandse gewoonte opvatten om vergelijkingen te maken met Nederland met meestal de uitkomst dat die Fransen maar aanrommelen. Die mening zit behoorlijk vast in onze hersenpan en iedere negatieven ervaring is weer een bevestiging ervan. Eigenlijk zoek je steeds naar een bevestiging van je (voor)oordeel. Is er een positieve ervaring en die hebben we ook vele, dan telt die niet mee bij dit oordeel. Dan is het een “typisch niet-Franse” belevenis. Dan is dat een gewoon een erg aardig iemand, met een sympathiek karakter.

We nemen ons voor om het voortaan om te keren: alle negatieve ervaringen kennen we dan toe aan een onaardig persoon en alle positieve belevenissen noemen we dan “typisch Frans”.

Kijken of het lukt.