Het boordje “A Vendre” op de
boot trekt veel bekijks en leidt ook tot veel gesprekken van mensen die er niet
over piekeren om een boot te kopen, maar wel willen weten met hoeveel je er in
kan slapen, wat voor een motor er in zit enz.
In een sluis komt de
sluiswachter op Queenie afgerend en zegt dat hij iemand aan de telefoon heeft
die ons telefoonnummer wil weten, want hij wil onze boot misschien kopen.
Volgens de sluiswachter volgt hij onze boot al 15 km en kon ons niet vinden. Wij
vinden dat een onbegrijpelijke mededeling, maar hij laat via de sluiswachter
weten dat hij ons zal bellen, als we op onze eindbestemming, Lattes, zijn.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEibOLtHDf4aZEvIJlv7H6g6_Ev_-OGaKAu_n4nbqpw9KKWXqt6KCuf_DlU4CDkk0bzdU1_AaIt1cxENArtHbXQo0i0y_xh0AIG7mC4zbRdOOntND5W7FEuNwT5G9ZWvTUAamozbhibOhBQ/s200/121007++16+kl.jpg)
De potentiele koper die zich
in Carcassonne gemeld had komt, eerder dan verwacht, de boot bekijken, als we in
Roubia afgemeerd liggen. We willen daar in het Chateau Pique Perlou, net als
vorig jaar wijn kopen. We kunnen hem dus desgevraagd uitleggen, waar Roubia
ligt. Hij blijkt Cedric te heten en is ernstig geinteresseerd, blijkt veel van
dit type boot (Jamaica) te weten en zegt dat er een week over wil nadenken.
Daarna kunnen we naar het
chateau om wijn te proeven en te kopen.
’s Avonds meren we op een
doodstille plek, met een prachtig uitzicht op de lelijke kerk van Capestang,
waar de kandidaat-koper van de Jagombo woont. Door de snelle ontwikkelingen en
dreigende verkoop van de boot zien we ineens ook logistieke en financiele
puzzels. Ook al is onze ligplaats nog zo stil, toch liggen we daar over te
piekeren in bed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten