Op een mooie
Pinksterdag vertrokken we weer richting Frankrijk.
Er lagen drie grote
uitdagingen op ons te wachten:
– het oppikken van
de boot en daarmee varen naar Chamouilley, waar onze grote
vriend Sebastien woont, waarmee we hadden afgesproken dat hij onze
boot zou verkopen. Deel van de afspraak was dat we de boot bij hem
zouden afmeren en hij zou hem te koop zetten. Sebastien is
oud-schooldirecteur en tegenwoordig “jachtmakelaar”. Dat is één
van de woorden Nederlands die hij kent.
– De tweede opgave
was het opruimen van de gesneuvelde kastanjeboom, die de avond
vóór ons vertrek in mei als een luciferhoutje was afgeknapt. We
hadden de afgeknapte boom laten liggen in de tuin.
– het schilderen
van het huis in Ouge, waar bij Pieter ons zou helpen en die ook
al verf via een vriend van hem had gekocht.
De boot.
Tot onze opluchting
was alles in en aan de boot in orde; na alle ellende met de boot
waren daar niet helemaal gerust op, dus dat viel dus mee. Bovendien
konden we de lekkende douche met een beetje 2-componenten epoxy vrij
simpel repareren.
We namen afscheid
van Pascale van de Capitainerie en voeren met stralend weer de haven
van Vitry-le-François uit.
Heerlijk weer varen!
Dat beviel zo goed dat we gingen twijfelen of het wel zo'n goed idee
was om de boot in de verkoop te doen.
Maar al snel sloeg
het weer radicaal om en voeren twee dagen in de regen.
Bij aankomst in
Chamouilley wachtte Sebastien ons al op en bracht ons naar het
station van Saint Dizier, waar we intussen ook onze auto hadden
geparkeerd. Die hadden we uit Vitry-le-F opgehaald.
We namen nog een
foto van de Jagombo-2 en lieten de boot achter in Chamouilley.
Eén plan was dus al
helemaal uitgevoerd en nu dus maar afwachten hoe het met de verkoop
van de boot zou gaan. Erg optimistisch waren we niet.
De kastanje
Tweede
Pinksterdagavond waren we in Ouge, waar de gesneuvelde kastanje al
een maand op ons lag te wachten in een tuin met héél erg veel
achterstallig onderhoud.
Vooral de moestuin had veel aandacht nodig.
Het opruimen van de
kastanjeboom kostte bijna 2 dagen, maar ja het leverde ook brandhout
op voor 2 winterse dagen stoken.
De grote dikke stam lieten we maar
voorlopig staan; die kunnen we altijd nog later in het jaar in
mootjes zagen voor nog meer stookhout.
Pieter was om 8 uur
's morgens al present, de ladders en de stijger werden in stelling
gebracht, de potten verf aangesleept, maar eerst moesten we even de
muren ontdoen van de oude witte verf. Onze hogedrukspuit maakte
echter niet veel klaar: het werk ging traag omdat de spuit niet sterk
genoeg was. Queenie kwam op het idee om overbuurman Charles te vragen
of hij een sterker Hdspuit had. En jawel hoor; Charles is altijd
bereid om te helpen. Met het geleende apparaat ging het 2 x zo snel
en 's avonds om half zes was de hele voorgevel bijna klaar.
De volgende morgen
om 8 uur weer hard aan het werk. Het schilderen zelf schoot lekker
op, maar om 13 uur bleek dat we veel te weinig verf gekocht hadden.
We spraken af dat Pieter nieuwe verf gaat bestellen en dat we de klus
zsm gaan afmaken.
Nu nog even de blauwe regen, de rozen en de druif
weer tegen de muur bevestigen en wachten op fase 2.
Tot zover de drie
grote uitdagingen, maar pal daarop worden we overvallen door een
tweetal grote ontwikkelingen, maar daarover meer in de volgende blog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten