Van te voren even gaan kijken, natuurlijk. En jawel, hoor er
stond al een echte circustent op de Place de l’Eglise.
Het was niet zo’n grote
tent en ook het aantal circusartiesten was niet groot: één man, een jongen en een
meisje. Ook waren er niet veel dieren: één reuze slang, een boa.
Daar stond tegenover dat er wel veel publiek was; 45 mensen ongeveer, in meerderheid kinderen, de burgemeester zat midden in, vooraan met haar man en (klein)kinderen.
Het gebodene overtrof al onze verwachtingen: de vertoningen met kegels, ballen, ringen, touwen, fakkels, draaiende borden werden in hoog tempo aan ons vertoond. Bij ieder nummer mochten een paar kinderen (of ouders) uit het publiek het ook even proberen. Maar daarna deden de artiesten hun kunsten. Eigenlijk ging geen één nummer echt goed. Er vielen altijd wel een paar ballen, als dat juist niet moest of er vloog een ring naar de verkeerde kant en fakkels kwamen niet altijd goed terecht. Maar niemand in het publiek en geen van de artiesten vond dat erg.
Voor de kinderen was het enorm spannend om naar voren te
komen om met de circusdirecteur een kunstje te proberen. In het begin was dat
alleen voor de zeer dapperen, maar steeds meer kinderen waagden het er op, al
kon je zien dat de stress bij sommigen wel bijna wurgend was. En de opluchting
heel zichtbaar als hun ‘beurt’ voorbij was en ze zich weer bij papa of oma mochten
vervoegen.
Queenie en Peter genoten natuurlijk met volle teugen en
hadden intussen bedacht dat het onderneming of hobby (?) was van een vader met
zijn zoon en dochtertje. De vader speelde de directeur en spreekstalmeester en
tevens uitvoerend artiest, de jongen deed alles na wat zijn vader deed en het
meisje kon hoela-hoepen en liet acrobatische gymnastiek in mooie rode linten zien.
Het hoofdnummer was toch wel het nummer met het enige "wilde" dier dat het circus rijk was: de grote slang, boa. Eerst dachten we nog dat het een plastic exemplaar was, want hij bewoog niet. Het beest was op de grond gelegd en de kinderen werden uitgenodigd om hem te komen aaien, daarna werd er het een en ander over het dier verteld (het werd dus nog leerzaam ook) en tot slot mochten vrijwilligers uit het publiek de slang komen optillen en raden hoe zwaar ie was. De burgemeester en twee meiden behoorden tot de dapperen.
Na anderhalf uur gingen we weer naar huis om nog na te
genieten van een grandioze avond. Wie waren nou de sterren van de avond: de artiesten
of het publiek?